Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Een God, Die de [9]eenzamen zet in een huisgezin, uitvoert, die in boeien [10]gevangen zijn; maar de [11]afvalligen wonen in het [12]dorre. 9. Verg. hfdst.113 vs.9. 10. Hebr. gebonden. Verg. hfdst.107 vs.10, en hfdst.146 vs.7. Anders, die de gebondenen uitvoert in goede gelegenheid, of gelukkiglijk, voorspoediglijk, of ter rechter tijd. 11. Of, wederhorigen, wederstrevenden, rebellen. 12. Dat is, in ellende en gebrek. Het Hebr. woord betekent eigenlijk blank, glad, en voorts, doore plaatsen, die blank, glad en kaal zijn, dat is onvruchtbaar. Verg. Neh.4:13.